Gedachten over doen

We zijn een kennisorganisatie. Dat is mooi. Want we weten veel, en onze kennis wordt gewaardeerd door onze omgeving. Maar ja, met kennis alleen verander je de wereld niet. We zullen met al die kennis van de wereld toch ook iets moeten doen. Onze kennis productief maken. Want diezelfde omgeving verwijt ons ook dat we tekortschieten in daadkracht. Ik vraag me af: wat zouden we daaraan kunnen doen?

Denkers en doeners

Denkers zijn zelden doeners. Vraag je een denker om iets te gaan doen dan gaat ie… jawel: iets bedenken. Ik realiseerde me dat een tijdje terug bij een bijeenkomst over kennisnetwerken. Die draaide om de vraag: hoe kunnen we kennis in netwerken met elkaar verbinden om die kennis beter bruikbaar te maken? En aan de aanwezigen – allemaal collega’s die in die netwerken zitten – stelde ik de vraag: wat kun jij doen om jouw kennis aan die van je collega te verbinden? Een onmogelijke vraag, zo bleek al snel. En na een uur hadden we wél een hoop verbetersuggesties voor onze aanpak, maar geen enkel concreet voornemen om morgen te gaan doen.

Liever een denker

Er is helemaal niks mis met het feit dat er nu eenmaal denkers en doeners zijn. Denkers zijn niet zo goed in doen, en doeners houden weer minder van denken. Zolang ze elkaar weten te vinden, iedereen blij. Het probleem is echter: denkers worden hoger gewaardeerd dan doeners. Academici verdienen meer dan bouwvakkers. Denkers hebben het voor het zeggen, doeners voeren uit. Als het ff kan stuur je je kind naar het VWO, ben je ‘maar’ VMBO, dan ben je ‘mislukt’. Zeker die laatste kwalificatie vind ik erg, maar het is ook een realiteit waar ik weinig aan kan doen.

Denken is beter dan doen

Dat ‘denken is beter dan doen’ zie ik ook terug in onze organisatie. We denken niet alleen graag, veel en diep, maar we zijn ook heel aarzelend om iets te gaan doen. Handelingsverlegen zeg maar. Dat gaat ver, althans bij mij: ik vind het heerlijk om iets te doen, om iets concreets te maken, maar ik voel dan altijd de behoefte om me extra te bewijzen. Dat iets maken ook best waardevol is, ook om professionaliteit vraagt. Een gevoel dat ik nooit heb als ik een strategie, een plan of visie schrijf. Begrijp me niet verkeerd: het is niet dat ik mijn collega’s verwijt dat ze op me neerkijken als ik iets maak in plaats van bedenk, het is puur mijn eigen behoefte om me te verdedigen voor het feit dat ik niet denk maar doe.

Meer doen

Ik ben benieuwd of meer collega’s dat gevoel hebben. Dat ze een schroom voelen om iets concreets te gaan doen of maken. Liever een advies geven in plaats van zelf vieze handen maken. Denken misschien ook gemakkelijker of veiliger vinden dan iets doen. Terwijl ze in hun hart best vaker zouden willen doen. En ik vraag me af: als dat zo is, houden we onszelf dan niet gevangen in dat denken? Zouden we niet veel meer resultaten kunnen bereiken, binnen én buiten, wanneer we net iets minder zouden denken, en wat meer zouden doen? Het enige wat daarvoor nodig is, is over onze eigen handelingsverlegenheid heen stappen. Moet te doen zijn, toch?

Dit blog heb ik geschreven voor mijn collega’s bij de provincie Zuid-Holland en is daar intern gepubliceerd.

Laat uw antwoord achter